Inleiding
Bij de overgang van aandelen in een vennootschap – hierna ga ik uit van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, kortweg: bv – door middel van schenking of vererving, kunnen twee heffingen van toepassing zijn. Allereerst geldt hier het aanmerkelijk belangtarief van 26,9% (2021) in de inkomstenbelasting (box 2). De andere heffing die van toepassing kan zijn, is de schenk- of erfbelasting met een tarief van 10% tot 20% voor de overgang van aandelen van ouders naar kinderen. Voor de beide heffingen kent de fiscale wetgeving een bedrijfsopvolgingsregeling: de doorschuifregeling in de inkomstenbelasting en de bedrijfsopvolgingsregeling in de schenk- en erfbelasting. De bedrijfsopvolgingsregelingen bestaan om de continuïteit van familiebedrijven te borgen bij opvolging. Hierna ga ik ervan uit dat ouder de aandelen in een bv aan kinderen overdragen. De over te dragen aandelen worden gehouden in een holding-bv die 100% van de aandelen in de werk-bv houdt waarin de onderneming wordt gedreven. Hierop zijn uiteraard verschillende varianten mogelijk, bijvoorbeeld dat het bedrijfspand van waaruit de onderneming gedreven wordt, in een tussenholding-bv is ondergebracht.
Doorschuifregeling in de inkomstenbelasting
Bij de toepassing van de doorschuifregeling hoeven de ouders bij overdracht van de aandelen in de bv de inkomstenbelastingclaim van 26,9% niet te betalen. Het overnemende kind neemt de toekomstige belastingschuld over door overname van de kostprijs van de overdrager. Bij de toepassing van de doorschuifregeling is er dus geen sprake van afstel van de inkomstenbelasting, maar wordt de heffing ervan uitgesteld. Hiervoor gelden wel specifieke voorwaarden. Van belang is dat het gaat om het schenken of vererven van aandelen in een bv waarin een onderneming wordt gedreven (er moet sprake zijn van ondernemingsvermogen). Voor schenkingen geldt bovendien de aanvullende eis dat de verkrijger ten minste drie jaar werknemer in het bedrijf moet zijn geweest.
Bedrijfsopvolgingsregeling in de schenk- en erfbelasting
Indien de aandelen in de bv vererven of geschonken worden, is ook schenk- of erfbelasting verschuldigd. Als de vererving of schenking van aandelen ziet op een vennootschap waarin een onderneming aanwezig is, is de schenking of vererving, onder voorwaarden fiscaal vrijgesteld. De belangrijkste voorwaarden zijn:
- dat het een schenking of vererving van ondernemingsvermogen betreft; en
- dat de schenker of erflater de aandelen respectievelijk vijf jaren of één jaar in bezit heeft; en
- dat de opvolger de onderneming tenminste vijf jaren voortzet.
Als aan de bovengenoemde voorwaarden wordt voldaan, is een verkrijging van aandelen voor de eerste € 1.119.845 (2021) voor 100% vrijgesteld. Indien de waarde van de verkrijging meer bedraagt dan € 1.119.845, is het meerdere voor 83% vrijgesteld. Over het niet vrijgestelde bedrag, wat dus in situaties met een omvangrijke waarde neerkomt op 17%, is vervolgens 10% tot 20% schenk- of erfbelasting verschuldigd. Per saldo komt dit hiermee uit op een effectieve heffing van 1,7% (10% over 17%) tot 3,4% (20% over 17%).
Toekomst doorschuifregeling en bedrijfsopvolgingsregeling
IHet traject ‘Bouwstenen voor een beter belastingstelsel’ is een ambtelijk traject geweest zonder politieke sturing met als doel om uitgewerkte beleidsopties op te leveren voor het nieuwe kabinet. In het ‘Bouwstenenrapport’ spraken ambtenaren van Financiën over de bedrijfsopvolgingsreling van een ‘cadeau-effect’, omdat een groot deel van de fiscale faciliteiten overbodig zou zijn om de continuïteit van bedrijven te waarborgen. Uit recent intern onderzoek van de Belastingdienst zou namelijk blijken dat bij 75% van de onderzochte nalatenschappen voldoende vrije middelen aanwezig waren om ook zonder de bedrijfsopvolgingsregeling de erfbelasting over het ondernemingsvermogen te betalen. In het rapport ‘Bouwstenenrapport’ adviseren de ambtenaren daarom toelating tot de faciliteiten scherper af te bakenen en de tegemoetkomingen te versoberen.
KPMG deed samen met FBNed, de vereniging van familiebedrijven, en de Stichting Familie Onderneming onderzoek onder ruim tweehonderd familiebedrijven. Het onderzoek suggereert dat er na afschaffing van de doorschuifregeling en de bedrijfsopvolgingsregeling in slechts 20% van de gevallen voldoende vrij vermogen is om de heffingen over het verkregen ondernemingsvermogen vanuit privé te betalen. Dit komt doordat familiebedrijven in tegenstelling tot niet-familiebedrijven relatief veel winst in de onderneming houden. Hierdoor lijkt het vermogen bij veel familieondernemers uit ondernemingsvermogen te bestaan en niet uit vrij vermogen.
Uit het onderzoek volgt dat bijna 80% van de respondenten van plan is om in de komende tien jaar (een deel van) de aandelen over te dragen aan de volgende generatie. De mogelijke afschaffing van de doorschuifregeling en de bedrijfsopvolgingsregeling zullen leiden tot een verzwaring van de belastingdruk van maximaal 3,4% in de huidige situatie tot ruim 41,5%.
De doorschuifregeling en de bedrijfsopvolgingsregeling in een nieuw kabinet
De politieke partijen in het kabinet Rutte III stonden (gematigd) positief tegenover de doorschuif- en bedrijfsopvolgingsregeling. Nu de Tweede Kamerverkiezingen twee maanden achter ons liggen, moet worden geconstateerd dat de formatie van een nieuw kabinet nog niet wil vlotten. Zo wankel als het onderlinge vertrouwen is in politiek Den Haag om tot een nieuw kabinet te komen, zo onzeker lijkt de toekomst van de belastingfaciliteiten voor bedrijfsopvolging. Het lijkt immers geen twijfel te lijden dat de doorschuifregeling in de inkomstenbelasting en de bedrijfsopvolgingsregeling in de schenk- en erfbelasting een onderdeel van het formatieproces zullen worden. De linkse partijen in de Tweede Kamer willen de bedrijfsopvolgingsregeling voor de schenk- en erfbelasting bij bedrijfsopvolging afschaffen en morrelen eveneens aan de doorschuifregeling in de inkomstenbelasting bij de overdracht van ondernemingsvermogen.
Hoe verder?
Het is niet ondenkbaar – en mogelijk zelfs waarschijnlijk – dat de doorschuifregeling en de bedrijfsopvolgingsregeling versoberd worden. Om hierop voor te sorteren zullen familieondernemers mogelijk eerder dan gedacht het familiebedrijf (gedeeltelijk) wensen over te dragen aan de volgende generatie, al naar gelang dit passend is, om op deze wijze alsnog gebruik te kunnen maken van de bedrijfsopvolgingsfaciliteiten.
De adviseurs van Van Lienden & Kooistra hebben geruime ervaring in het begeleiden van bedrijfsoverdrachten van familiebedrijven. Onze adviseurs treden hierbij graag op als sparringpartners die begrijpen met welke vraagstukken familieondernemers worstelen. Wij denken mee, praten met alle betrokkenen, adviseren en durven te zeggen waar het op staat. Daarbij blijven we natuurlijk ook scherp meedenken over de financiële situatie van het familiebedrijf en adviseren we over onder meer de bedrijfsvorm en de waardering.
Start op tijd met een goede voorbereiding. Dan zorgen wij ervoor dat de overdracht straks efficiënt en fiscaal en financieel zo gunstig mogelijk verloopt. Dat is toch wat je wilt?