In de praktijk zien we vaak de situatie dat een man zijn onderneming begint in de vorm van een eenmanszaak.
Enkele jaren na de start van de onderneming, wanneer de man steeds drukker begint te worden met zijn bedrijf, begint zijn vrouw/echtgenote vaak mee te helpen. Zijn vrouw helpt bijvoorbeeld met het opstellen van offertes, het bijhouden van de administratie, communiceert met opdrachtgevers of leveranciers, enzovoort. Dit begint vaak met een paar uurtjes in de week en bouwt door de tijd heen op. Dit is in de meeste gevallen onbetaald werk voor zijn vrouw.
Het kan voordelig zijn om in dat geval de meewerkaftrek bij de man toe te passen in de belastingaangifte. De man heeft dan een forfaitaire aftrek op de winst van zijn onderneming. De aftrek is afhankelijk van de gewerkte uren van zijn vrouw. Zijn vrouw moet minimaal 525 uren op jaarbasis in de onderneming van de man hebben gewerkt. Verder mag ze geen vergoeding ontvangen.
Afhankelijk van de hoogte van de winst en heffingskortingen kan het voordelig zijn om een arbeidsbeloning uit te betalen aan de partner. De beloning moet zakelijk zijn en tenminste € 5.000 bedragen.
Een andere optie is om een man-vrouwfirma aan te gaan. Vanwege de ondernemersvoordelen voor de meewerkende echtgenote valt de gezamenlijke druk dan aanmerkelijk lager uit. Hierbij wordt vaak een belangrijk punt over het hoofd gezien en dat zijn de stille reserves/goodwill.
We verduidelijken dit graag met een voorbeeld
Een man is in 2015 zijn techniekbedrijf begonnen in de vorm van een eenmanszaak. Het bedrijf groeit gestaag en zijn vrouw helpt hem al snel mee. De man koopt in 2020 een pand voor zijn bedrijf. De vrouw gaat in 2021 een vof aan met haar man gezien haar werkzaamheden en om de belastingdruk te verminderen. De winstverdeling wordt 50% - 50%.
Wanneer verder niets (schriftelijk) wordt vastgelegd in een vof-contract, dan kan er belasting verschuldigd zijn wanneer man en vrouw samen een vof aangaan. De man heeft namelijk een pand gekocht waarop afgeschreven wordt. Er ontstaan dus stille reserves op het pand. De stille reserves zijn het verschil tussen de boekwaarde en de werkelijke waarde.
Als man en vrouw verder niets schriftelijk regelen in het vof-contract, dan is er inkomstenbelasting verschuldigd bij het aangaan van de vof. De man draagt in principe de helft van het pand over naar zijn vrouw. De man is dus belasting verschuldigd over 50% van de stille reserves op het pand.
Dit is niet alleen van toepassing bij een man-vrouwfirma, maar bijvoorbeeld ook als een van de kinderen toetreedt. Daarnaast is bovenstaande zowel van toepassing bij echtgenoten die in gemeenschap van goederen gehuwd zijn als bij echtgenoten die gehuwd zijn op huwelijkse voorwaarden.
Een van de mogelijkheden om deze inkomstenbelastingclaim te voorkomen, is het voorbehouden van de stille reserves. Daarnaast kan er ook nog overdrachtsbelasting verschuldigd zijn.
Benieuwd wat de verdere consequenties zijn en welke mogelijkheden er nog meer zijn om belasting te voorkomen? Neem voor meer informatie contact op met Radjes Ramharakh.