De staatssecretaris van Financiën heeft een wetsvoorstel ter invoering van de “beschikking geen loonheffingen” ingediend bij de Tweede Kamer. Het wetsvoorstel moet de bestaande regeling van de VAR (Verklaring ArbeidsRelatie) vervangen. De VAR biedt geen zekerheid voor de opdrachtnemer. De fiscale kwalificatie van inkomen voor de inkomstenbelasting vindt pas plaats bij de afhandeling van diens aangifte inkomstenbelasting op basis van de VAR en gegevens over de feitelijke arbeidsrelatie. Deze kwalificatie kan afwijken van de kwalificatie volgens de VAR. De VAR biedt wel zekerheid voor de opdrachtgever omdat hij wordt gevrijwaard van de verplichting om loonbelasting en premie volksverzekeringen in te houden en premies werknemersverzekeringen en inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet over de vergoeding te betalen. Wanneer een afgegeven VAR achteraf onjuist blijkt te zijn kan de Belastingdienst alleen bij de opdrachtnemer corrigeren. Deze beperking wordt door dit wetsvoorstel opgeheven.
De huidige onderverdeling in vier verschillende VAR’s wordt ook opgeheven. In plaats daarvan komt er één beschikking: de Beschikking geen loonheffingen (BGL). Voor het aanvragen van de BGL komt een webmodule waarmee op elk gewenst moment kan worden beoordeeld wat de aard van een arbeidsrelatie is. De BGL is beperkt tot een oordeel over de inhoudingsplicht voor de loonheffing en de werknemersverzekeringen. Anders dan de VAR geeft de BGL geen voorlopig oordeel over de kwalificatie van de werkzaamheden voor de inkomstenbelasting.
Daarnaast introduceert het wetsvoorstel medeverantwoordelijkheid voor de opdrachtgever. De zekerheid dat geen loonheffingen hoeven worden inghouden geldt namelijk alleen dan wanneer de werkzaamheden en de wijze waarop en condities waaronder in de praktijk gewerkt wordt overeenkomen met hetgeen op de beschikking staat. Het betreft de wijze en condities waarop de opdrachtgever zelf beslissende invloed kan uitoefenen. Factoren waarop de opdrachtgever geen invloed heeft, worden niet op de beschikking vermeld. De opdrachtnemer is hiervoor verantwoordelijk.
Het wetsvoorstel voorziet in overgangsrecht. Het wordt mogelijk gemaakt om al een BGL af te geven als de wet in het Staatsblad is gepubliceerd maar nog niet in werking is getreden. Zo kunnen opdrachtnemers de BGL aanvragen voordat deze geldig wordt. Daarnaast wordt de geldigheidsduur van de VAR 2014 verlengd tot het moment waarop de Wet BGL in werking treedt.
Persoonlijk, gedreven en onderscheidend. Met deze drie kernwaarden staat Van Lienden & Kooistra klaar als adviseur voor uw familiebedrijf. Een familiebedrijf is niet zomaar een bedrijf. Het is méér dan een bedrijf. Wij weten dat maar al te goed.
Alles voor familiebedrijven